Als binnen afzienbare tijd de gaswinning in Groningen stopt, wil dat niet zeggen dat de NAM er dan ook maar mee stopt. Integendeel. Er ligt meer dan genoeg werk te wachten op de 1400 hoog gekwalificeerde medewerkers van de bijna 75-jarige Asser onderneming: gaswinning op andere locaties (ter land en ter zee), co2-opslag op zee, het verantwoord opruimen en herbestemmen van oude locaties en last but not least: de energietransitie. Daarmee boort het grootste energiebedrijf van Nederland een geheel nieuw netwerk aan. Een netwerk met kansen voor het Noorden.
“Waar anders dan in het Noorden zou de energietransitie moeten plaatsvinden? Na een traditie van achtereenvolgens turf-, olie- en gaswinning, is het logisch dat Noord-Nederland nu inzet op duurzaam opgewekt waterstofgas en andere nieuwe energiebronnen en -vormen.” Dat zegt Martijn Kleverlaan, Energy Transition Manager bij de NAM. “Voor de realisatie van deze energietransitie zetten wij onze know-how en al onze faciliteiten graag in. We ontwikkelen niet persé zelf, maar worden vooral uitgenodigd door overheden en bedrijven die er mee aan de slag gaan. Dat gebeurt al; we zijn al volop actief in het nieuwe netwerk.”
GZI Next
Een goed voorbeeld van verantwoord opruimen en herbestemming is GZI Next in Emmen. De voormalige gaszuiveringsinstallatie van de NAM wordt na dertig jaar opgeruimd en delen ervan worden omgetoverd tot een energiehub: een knooppunt waar nieuwe energie gemaakt en verdeeld wordt. Een consortium van overheden en (lokale) bedrijven onderzoekt samen met de NAM, de Gasunie en omwonenden de mogelijkheden.
400 locaties
René Jansen, Business Opportunity Manager Decommissioning & Restoration en in die functie verantwoordelijk voor het opruimen en herbestemmen van oude gaswinningslocaties, vindt het een geweldige uitdaging om aan ontwikkelingen als GZI Next mee te mogen werken. “De pijpleidingen en elektriciteitsaansluitingen zijn in goede staat en kunnen nieuwe vormen van energie vervoeren. Bijvoorbeeld waterstofgas of groen gas. Bovendien hebben we als geen ander de know-how om onderhoud en reparatie te verzorgen. Nieuw is dat we nu aan tafel zitten met partijen als Enexis, Tennet, Emmtec en tal van lokale bedrijven en overheden. Het nieuwe netwerk is daarmee voor ons al een realiteit”, aldus Jansen, die er op wijst dat de NAM in totaal vierhonderd locaties beheert en dat er een uitgebreid ondergronds netwerk van pijpleidingen in geheel Noordwest-Europa ligt, die nu en in de toekomst kunnen worden ingezet. “De oude locaties ruimen we verantwoord op, maar tegelijkertijd kijken we naar hergebruik, bijvoorbeeld als locatie voor opwekking, opslag en distributie van nieuwe energie. In plaats van het inzaaien met gras.”
Ameland
Kleverlaan wijst op Ameland als ander goed -Noordelijk- voorbeeld van het nieuwe netwerk van de NAM: “We werken daar met veel partijen samen aan een CO2-neutraal eiland. Alle ontwikkelingen komen daar samen en het zorgt voor een enorme dynamiek. Wij zetten onze know-how in om het doel te bereiken en dat gaat heel voortvarend. Bovendien zie je spin-off effecten bij lokale ondernemers, die dankzij de energietransitie ook nieuwe kansen zien. Voor ons is Ameland bovendien een proeftuin; we leren ervan en zetten de opgedane kennis en ervaring straks graag in voor nieuwe projecten elders.”
Reputatie
Hij wil het niet met zoveel woorden zeggen; maar indirect maakt Kleverlaan duidelijk dat de NAM met projecten als op Ameland een bijdrage levert aan haar maatschappelijke reputatie. Want de basis voor die reputatie is er nog steeds: de hoge kwaliteitsnormen, knowhow en expertise zijn en blijven het DNA van de NAM. En ondernemers en overheden kunnen daar onverminderd gebruik van blijven maken, bij het succesvol vormgeven van de energietransitie, en dientengevolge een toonaangevende economische positie van het Noorden.
