Van Gogh en vele andere schilders, waaronder G.H. Breitner en Max Liebermann, trokken naar Drenthe om daar het schildersparadijs te vinden. Het Drents Museum toont in de tentoonstelling Schildersparadijs Drenthe circa 50 schilderijen en werken op papier van de mooiste Drentse landschappen uit de eigen collectie. Te zien tot en met 15 mei 2016.
In 1883 verblijft Vincent van Gogh drie maanden in Drenthe. Deze korte periode maakt diepe indruk op hem. ‘Ik geloof dat ik mijn landje heb gevonden hoor’, schrijft hij enthousiast aan zijn broer Theo. Van Gogh, de Haagse School-kunstenaar H.W. Mesdag, Tachtiger G.H. Breitner en de Duitse Max Liebermann trotseren al vanaf de achttiende eeuw het woeste maar indrukwekkende Drentse landschap. Hier maken zij een studie van het landschap en bestuderen zij het eenvoudige boerenleven.
De modderige verbindingswegen en het gebrek aan moderne voorzieningen nemen de kunstenaars op de koop toe want Drenthe is in hun ogen het laatste ‘ongerepte’ gebied van Nederland. Het is een waar paradijs voor schilders. In de kunstwereld wordt ‘Drentsch’ een handelsmerk dat staat voor een oeroud landschap met uitgestrekte heidevelden, mysterieuze hunebedden en schilderachtige dorpen. De landschappen van deze kunstenaars hebben stuk voor stuk bijgedragen aan de vorming van de visuele identiteit van Drenthe.