Een nieuw merk, een nieuwe machine: pelleteerfabriek Fripel is volop in productie. Directeur Ruben Hut toont trots de productielijn die op het Drachtster bedrijventerrein van A- kwaliteit resthout piekfijne pellets maakt. Onder de nieuwe naam Nordpellets vinden deze gretig aftrek bij zowel particulieren als grootverbruikers.
“Wat we nu vooral doen is het regionaal verzamelen van resthout-stromen. Allemaal schoon hout van A-kwaliteit: blokjes en zaagsel bijvoorbeeld. We willen gaan samenwerken met regionale afvalverwerkers in de noordelijke drie provincies.” De ambitie van Fripel is om zowel de input als de afzet binnen een straal van zo’n vijftig kilometer rond Drachten te houden. “Regionaal, duurzaam en circulair: zo willen wij werken. Dan moet je niet willen dat jouw materiaal en pellets honderden kilometers moeten afleggen, of zelfs van de andere kant van de wereld moeten komen. En wij werken nadrukkelijk alleen met resthout, niet met hout uit productiebossen of uit verse boomkap.”
De pluimvee-industrie, kalvenmesterijen en tuinders gebruiken de pellets al regulier en consequent: een ideale afzetmarkt voor Fripel en één die regionaal goed is vertegenwoordigd.
Overheidsbesluit
Ook vele bedrijven in andere sectoren zouden prima gebruik kunnen gaan maken van verwarming middels pellets. Maar Hut weet dat een aantal van hen nog wacht op een overheidsbesluit. “De overheid maakt maar geen beslissing over welke richting we op gaan. In december 2019 zijn er Kamervragen gesteld hoe het nu verder moet met biomassa, aangezien de subsidies ophielden. Vanuit allerlei instanties zijn er onderzoeken gedaan naar de huidige situatie. Er ligt een SER-rapport klaar waarin een duidelijke conclusie wordt gesteld: het verwerken van resthout tot pellets, dat is de richting die we op moeten. Want geen enkele andere markt is op dit moment volwassen genoeg. Er ligt een hamerstuk klaar voor het kabinet. Maar ja: we hebben een demissionair kabinet. Intussen draait 95 procent van Nederland nog op gas.”
Bijdragen aan energietransitie
Hut vertelt over het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy. Het FSFE is mede-aandeelhouder bij Fripel en heeft als primaire doelstelling een bijdrage te leveren aan de duurzaamheidsambitie van de provincie Fryslân. “Het FSFE doet dit door het ter beschikking stellen van financiële middelen aan projecten op het gebied van duurzame energie en energiebesparing. Deze projecten moeten een aantoonbare bijdrage leveren aan de energietransitie in de provincie Fryslân. En dat is precies wat Fripel ook voor ogen heeft.”
Blokverwarming
De directeur vindt het daarom ontzettend zonde dat het qua regelgeving allemaal zo langzaam gaat. “Het zou voor heel veel grote bedrijven ideaal zijn om hun verwarming te regelen met pellets. Maar de bekendheid over de pellet-installaties is nog niet groot genoeg. Men weet eenvoudigweg niet wat er allemaal mogelijk is. Je kunt bijvoorbeeld een hele straat met woningen blokverwarming aanbieden middels een pellet-installatie. Dan heeft geen van de bewoners nog een eigen cv nodig: één ketel voor iedereen volstaat. Iedereen heeft een eigen meter en betaalt zijn eigen verbruik. In Duitsland wordt dit al heel veel toegepast. Het werkt exact hetzelfde als een gewone cv, alleen is een pellet-cv groter.” Hut vindt dat de overheid het gebruik van pellet-installaties moet stimuleren. “Qua informatieverspreiding. Maar subsidie verlenen is in principe niet eens nodig. Onze leidraad is altijd dat de prijs van onze pellets laag moet blijven. Maar je verdient het sowieso weer terug.”
Hoog rendement
Fripel doet er veel aan om de informatiedichtheid over deze manier van verwarming te vergroten. Zo is er lokaal al een brief met flyer verspreid, waarin de voordelen worden uitgelegd van het gebruik van pellets als energiebron met een hoog rendement. Hierin wordt ook Nordpellets geïntroduceerd: het eigen merk van de regionale Drachtster pellet. “Wie weet komt er ook nog een oostelijk, westelijk en zuidelijk merk. Maar de grondstof voor die pellets zal dan ook weer regionaal in die omgeving worden verzameld en het eindproduct wordt in diezelfde regio afgezet. Wij voelen ons verantwoordelijk voor fossielvrij denken en doen en blijven ook op die manier ons steentje bijdragen.”
Netwerk
Zo ziet de directeur het uiteindelijk voor zich: een netwerk van regionale pelleteerfabrieken. “Resthout van A-kwaliteit is meer dan voldoende verkrijgbaar. Het gebruik van hout als bouwmateriaal is de laatste jaren namelijk weer ontzettend populair geworden. Ook gebruiken we heel veel pallets als basismateriaal voor het maken van pellets. Pallets worden gebruikt door de wereldwijde transportsector, sommige pallets zijn zelfs decennialang in de running. Daardoor is de CO2-balans zeer interessant. Op de plek waar twintig jaar geleden een boom werd gekapt voor zo’n pallet, is inmiddels al tweemaal een boom hergroeit. Terwijl die pallet ook nog steeds wordt gebruikt. Dat is al ontzettend duurzaam, wij maken de cirkel rond door er als ‘eindstation’ pellets van te maken die worden verbrand voor verwarming.”
Warmte verkopen
Maar hoe van een ander materiaal pellets worden gemaakt, is maar een deel van het verhaal. “Wij willen uiteindelijk warmte gaan verkopen. Wij plaatsen de ketel en zorgen voor de brandstof: een ondernemer wil ontzorgd worden. Die wil alleen zeker weten dat zijn pand continu verwarmd wordt, op een duurzame manier. Een kippenboer met een grote silo heeft daarin bijvoorbeeld een sensor die aangeeft wanneer de voorraad pellets bijna op raakt: wij krijgen daarvan een seintje en zorgen voor nieuwe voorraad. Dat is een doorgaand proces, waar de afnemer helemaal niet meer over na hoeft te denken. Wij regelen het wel.”
De productielijn draait, Fripel is er klaar voor. “Wij zijn verreweg de goedkoopste en aantoonbaar de duurzaamste en we bieden de kwaliteit die verwacht wordt. Na een jaar van testen in verschillende installaties en afstellingen binnen de fabriek zijn wij er klaar voor. Wij kunnen het waarmaken.” De directeur besluit: “We moeten nu echt gaan vlammen!”