Vandaag heeft de rechter uitspraak gedaan in het kort geding van Rijkswaterstaat. Er is veel over gesproken en geschreven. Een kort geding aanspannen is voor Drentea uit Emmen echt ongebruikelijk. Vandaar een toelichting: Drentea schreef in op de opdracht voor levering van circulair kantoormeubilair, 10 jaar lang, aan alle Ministeries en overheden. De aanbesteding werd uitgeschreven door Rijkswaterstaat en is volgens hen de meest circulaire en duurzame aanbesteding ooit. Uiteraard werden de strengste milieueisen gesteld aan producten over bijvoorbeeld toxische stoffen, grondstoffen en duurzaam hout. Directeur Bert Top: “Terecht want de overheid moet immers het goede voorbeeld geven met alle doelstellingen die gesteld zijn op dit gebied.”
Veel uitzoekwerk
Meerdere partijen schreven in. Iedereen moest van een flink aantal producten tot op gram niveau aangegeven welke grondstoffen en materialen gebruikt worden. Dit werd door een externe partij nog extra gecontroleerd. Naast een catalogus met foto’s van de te leveren producten moest men vele andere documenten op circulair en duurzaam gebied inleveren.
Gunning aan partij zonder duurzaam hout
Drentea is als Nederlandse producent van kantoormeubilair koploper qua duurzaamheid. Bij het inleveren van de offertes voldeden ze aan alle eisen, ook die van duurzaam hout. Echter tijdens de gunning bleek dat Rijkswaterstaat gekozen had voor twee bedrijven die niet gecertificeerd waren voor Duurzaam Hout. Dit terwijl Rijkswaterstaat stelt dat het de eisen aan materialen juist enorm belangrijk vindt. Daarnaast is het verbazingwekkend aangezien de overheid juist jarenlang het certificeren gepromoot heeft bij zowel grote, kleine als MKB bedrijven. Duizenden bedrijven hebben hier gehoor aangegeven en zijn jarenlang gecertificeerd. Door de certificaten op deze manier opzij te leggen, lijkt het of de overheid al deze bedrijven in de kou zet en duurzaam hout niet serieus neemt.
Kort geding
Drentea was verbaasd over de beslissing van Rijkswaterstaat en dus werden er vragen gesteld. Inhoudelijke antwoorden bleven uit en de enige manier om antwoorden hierover te krijgen van Rijkswaterstaat was het aanspannen van een kort geding. Tijdens dit geding, dat diende op 12 oktober, werd door beide bedrijven en zelfs Rijkswaterstaat beaamd dat ze ten tijde van inschrijving en gunning geen duurzaam hout hadden; ‘want dat is toch niet te controleren’. Top: “En dat is nu het mooie van een certificaat, je kunt het juist wel controleren, zelfs op ieder moment van een willekeurige dag. Niet alleen bij ons maar bij ieder gecertificeerd bedrijf. Rijkswaterstaat stelde daarnaast dat controle alleen bij aflevering mogelijk is omdat men niet weet wat voor hout men gaat leveren. Bij de offerte moesten we tot op de gram de gebruikte grondstoffen invullen van de producten. Ook dienden we een catalogus met foto’s te overleggen. Hoezo onbekend wat men gaat leveren?”
Uitspraak ongunstig voor bedrijven èn opdrachtgevers
De rechter stelt in de uitspraak vandaag dat alle eisen die in de aanbesteding stonden uitvoeringseisen zijn en dat Rijkswaterstaat het niet hoefde te controleren bij gunning. Met andere woorden ieder bedrijf mag in vervolg in zijn offerte stellen dat hij aan alle eisen voldoet, dan afwachten tot men de order krijgt en als die dan komt, pas actie ondernemen om aan de eisen te voldoen. Top: “Ik ben verbaasd. Stel je eens voor dat je een woning laat bouwen met energielabel A. Dan wil je toch voordat je de handtekening zet de garantie dat het ook gaat lukken? De overheid werkt blijkbaar niet op die manier.”
Top vervolgt: “Opdrachtgevers zijn ook niet gebaat bij deze rechterlijke uitspraak; iedereen mag blijkbaar van alles verklaren bij het inleveren van een offerte om zo de hoogste score te behalen. En dus is alles onder voorbehoud. Wel zijn we blij dat door dit kort geding beide gegunde bedrijven inmiddels overgegaan zijn tot certificering van duurzaam hout. Hebben we de wereld toch een beetje beter gemaakt.”