Float like a butterfly, sting like a bee
De circulaire economie staat hoog op de agenda nu Nederland wereldkampioen wil worden in deze ‘gewichtsklasse’. De vraag rijst of Nederland op schema ligt, of dat het nodig is om te versnellen. NICE maakte een ronde langs de velden.
Bedrijven, overheden, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en burgers zijn concreet aan de slag met circulaire principes. Van klein tot groot en op tal van thema’s. Of het nu gaat over oesterzwammen kweken op koffieprut, gebruiksgoederen repareren in Repair Cafés, gebouwen voorzien van een grondstoffenpaspoort, steden inrichten met gesloten kringlopen; overal wordt geëxperimenteerd en al doende geleerd.
Gaat Nederland hiermee op voor de titel in de circulaire economie? Dat is de vraag. Het is zeker de wens. Zo heeft het Rijk in september 2015 de ambitie uitgesproken om in 2050 een volledige circulaire economie te hebben. Dat jaartal lijkt ver weg, maar om de fundamentele vernieuwing van lineair naar circulair te maken zijn er nog heel wat doorbraken nodig. Die zijn ook nodig in de sturing op samenhang: tussen sectoren, stromen en schaalniveaus. Hoe verbinden we die denkbeeldige cellen van het nieuwe systeem in wording, hoe doorbreken we de patronen van het oude?
Baanbrekende regio’s als rolmodel
Kijkend naar stad en regio valt op dat in de Metropoolregio Amsterdam structureel doorbraken gemaakt worden richting een circulaire economie. Dat geldt ook voor de Zuidelijke Randstad waar Rotterdam de vernieuwing aanjaagt met spraakmakende voorbeelden. De regio Venlo biedt na de Floriade 2012 met de IBA Parkstad tot 2020 opnieuw een creatieve aanpak met bewezen economische impuls.
Stuk voor stuk regio’s die uitgaan van hun eigen kwaliteiten en zich op die manier onderscheiden in relatie tot andere. Regio’s die een samenhangende langetermijnvisie hebben weten te koppelen aan resultaten voor de korte termijn. Die net zo goed zijn met woorden als met daden.
Wat kan Noord-Nederland hier van leren? Hoe kan ook zij bijdragen aan het vervullen van de potentie van Nederland als circulaire hotspot?
Ruimte om te sparren in creatieve laboratoria
Een van de kenmerken in Amsterdam, Almere, Rotterdam en Venlo is dat technologische, sociale, economische en institutionele innovaties samenhangende clusters gevormd hebben. Anders samenwerken en samen waarde creëren, gebruikmakend van nieuwe business-modellen.
Het inzetten van experimenteergebieden, living labs en innovatiewerkplaatsen blijkt een belangrijke randvoorwaarde te zijn voor de gemaakte doorbraken. Ze vormen de natuurlijke habitat voor de gewenste economische vernieuwing en maatschappelijke transformatie.
Rek en ruimte is daar gegarandeerd in het nu vaak knellende en frustrerende pakket wetten, regels en werkwijzen. Diversiteit wordt aangemoedigd, ambitieus ondernemerschap gecultiveerd. Meervoudige samenwerking (drie-, vier- en vijfvoudig) vindt plaats op en tussen verschillende sectoren, gebieden en schalen.
Lichtvoetig en slagvaardig
Wil Nederland wereldkampioen worden in de circulaire economie, dan vraagt dat een landelijk netwerk van innovatieplekken waar in praktijk geoefend kan worden met circulaire principes. Waar de lat hoog ligt qua lichtvoetigheid met regels en het slagvaardig delen van kennis en ervaring. In de legendarische woorden van wijlen bokslegende Muhammad Ali: ‘Float like a butterfly, sting like a bee’.
NICE verbindt en versterkt het groeiend Noordelijk netwerk van innovatieplekken met een gebiedsgerichte benadering. Werkend vanuit de kracht van de plek. Het bouwt aan een Noordelijk kennisplatform en aan een groeiende capaciteit voor circulaire innovaties in het Noorden. Op naar de titel!