Het is weer voorbij die droge zomer
De chemie heeft onze landbouw in de vorm van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen veel gebracht en zorgt voor meer productiezekerheid en dus inkomenszekerheid voor de boer en voedselzekerheid voor de burger. Stel je voor dat het gewas waar je het hele seizoen al je tijd en energie instopt, plotseling wordt weggevaagd door een of andere ziekteverwekker. Een regelrechte ramp, want de oogst en het inkomen voor dat jaar is foetsie. Dat overkwam de Ieren in de jaren tussen 1845 en 1850, toen de aardappeloogsten in Ierland massaal werden weggevaagd door Phytophtera, een aardappelziekte die zich via de lucht als een dolle over de akkers verspreidde, met hongersnood als gevolg. Meer dan een miljoen Ieren stierven en nog eens miljoenen Ieren vluchtten naar Noord-Amerika. Dat wil je liever niet meer meemaken.
De chemie zorgt voor zekerheden maar de boer gebruikt daardoor, veel minder dan vroeger, zijn eigen kennis en ervaring van de bodem en van natuurlijke processen. Helemaal zonder chemie zal het voorlopig niet meer gaan, maar met iets minder of liever nog veel minder, zou het ook moeten kunnen en daarvoor hebben we de natuur nodig: natuurlijke biodiversiteit zowel boven de grond als in de grond zorgt voor een betere plaagwering.
Tegelijkertijd helpt een droge zomer ook. Doordat er minder ziekte en schimmeldruk is hoeft minder vaak te worden gespoten. Dat betekent minder gifbelasting en minder residuen die kunnen uitspoelen of verwaaien en dat is ook nog eens goed voor de portemonnee van de boer. De droogte van afgelopen zomer kon weleens een blessing in disguise zijn voor de landbouw die de verduurzaming van bodembeheer kan aanjagen. Droogte dwingt om beter met regenwater en grondwater om te gaan en het langer vast te houden in plaats van het zo snel mogelijk in de Noordzee te storten. Kale zwarte akkers vermijden want die drogen veel sneller uit dan begroeide en bedekte akkers. Dat betekent volggewassen of bodembedekkende groenbemesters. Dat ziet er ook mooier uit dan die kale akkers in de herfst.
In de grond zit bovendien een mysterieuze zone die de rhizosfeer wordt genoemd. In deze zone wemelt het van het leven, vooral microbieel leven. Bacteriën en schimmels, die rond en in samenwerking met het wortelgestel van planten allerlei gewas-ondersteunende functies uitvoeren zoals ziektewering en het vrijmaken van voedingsstoffen voor de plant. In ruil daarvoor krijgen ze suikers terug van de plant: een lokale ondergrondse economie, die ook de boer kan helpen bij de voedselproductie. Daar, in die fascinerende ecosystemen, ligt de toekomst van de landbouw!