Bijles is booming business. In coronatijd lijkt de vraag naar huiswerkbegeleidingsbedrijven en bijlesinstituten alleen maar te zijn toegenomen. In 2017 telde het Handelsregister bijna 3.400 studiebegeleidingsbedrijven. Anno 2022 zijn dit er ruim 5.400. Een groei van maar liefst 61% in 5 jaar tijd. Volgens Marianne Zuurendonk, voorzitter van de Landelijke Vereniging voor Studiebegeleidingsinstituten (LVSi), heeft dit naast corona-achterstanden ook te maken met de vrijgekomen NPO-gelden bij scholen om bijlesbedrijven in te schakelen.
Het aantal bij KVK ingeschreven huiswerkbegeleiding- en bijlesbedrijven is sinds 2017 met maar liefst 61% gestegen: van 3.396 naar 5.462.
Studiebegeleidingsbedrijven in Nederland
“Studiebegeleiding bestaat al zolang er scholen bestaan. Doordat de overheid deze begeleiding steeds meer probeert te reguleren, bijvoorbeeld aan de hand van subsidies, krijgen we een beter inzicht in het aantal studiebegeleidingsbedrijven”, licht verenigingsvoorzitter Zuurendonk toe. Om voor regelingen in aanmerking te komen moeten ze ingeschreven staan in het Handelsregister. Ook de kwaliteit van het onderwijs speelt een rol bij de toename. “We hebben in Nederland te maken met goede docenten en goed onderwijs. Maar er staat wel veel druk op. Voldoende aandacht voor het individu is moeilijk. Niet alleen ouders willen het beste voor hun kind. De kinderen zelf willen ook graag goed presteren bij bijvoorbeeld de Cito-toets. Dat heeft onder andere te maken met de competitieve samenleving. Een sterk veranderende maatschappij vergeleken met pakweg 20/30 jaar geleden. Daar komt nog bij dat zowel het aantal gezinnen waar beide ouders werken en minder tijd hebben, als het aantal ouders met een migratieachtergrond die geen begeleiding kunnen geven, enorm gegroeid is.”
Meeste studiebegeleidingsbedrijven in Noord- en Zuid-Holland
Bijna de helft van de studiebegeleidingsbedrijven is gevestigd in Noord- en Zuid-Holland. In deze provincies zijn samen 2502 studiebegeleidingsbedrijven gevestigd. Dat is bijna 46% van het totaal. In Zeeland vind je slechts 91 studiebegeleidingsbedrijven.
Aantal studiebegeleidingsbedrijven per provincie
Als je kijkt naar het aantal studiebegeleidingsbedrijven per 100.000 inwoners, tellen ook de Randstedelijke provincies de meeste studiebegeleidingsbedrijven. Noord-Holland en Utrecht staan bovenaan met 43 studiebegeleidingsbedrijven per 100.000 inwoners. Op de tweede plaats Zuid-Holland en Flevoland met 33 studiebegeleidingsbedrijven per 100.000 inwoners. De inwoners van Drenthe en Friesland moeten het met slechts 19 studiebegeleidingsbedrijven per 100.000 inwoners doen.
Volop kansen voor bijlesbedrijven
Zuurendonk geeft naast vraag en aanbod nog een andere mogelijke verklaring voor het grote aantal studiebegeleidingsbedrijven in de Randstad ten opzichte van andere delen van het land. “Het gemiddeld besteedbaar inkomen is in de Randstad hoger en zou een rol kunnen spelen bij het toenemend aantal ouders dat een studiebegeleider inschakelt.”
Niet alleen huiswerkbegeleiding neemt een vlucht. De totale markt voor commercieel lesaanbod groeit. “Ouders zijn bereid de portemonnee te trekken. Doordat scholen moesten en nog regelmatig moeten sluiten en kinderen en leerkrachten in quarantaine zitten, vinden er meer digitale lessen plaats. Hierdoor zijn leerachterstanden ontstaan. In coronatijd is de vraag naar bijles alleen maar meer geworden. De bijlessector is hier handig op ingesprongen.” Daarnaast kiezen scholen volgens Zuurendonk ook steeds vaker voor samenwerkingen met deze bedrijven.
Iedereen zou volgens Zuurendonk huiswerkbegeleiding moeten kunnen krijgen. “Alle scholen krijgen de gelegenheid om alle kinderen studiebegeleiding aan te bieden. Het National Programma Onderwijs voor kansengelijkheid geeft scholen de kans leerachterstanden weg te werken. Elk kind moet zich kunnen ontwikkelen. Het opleidingsniveau of de financiële situatie van ouders zou geen invloed mogen hebben op de schoolprestaties van een kind”
Geen recht op steun
“De enorme groei in studiebegeleidingsbedrijven verbloemt dat de branche het in coronatijd ook erg zwaar heeft gehad”, aldus Zuurendonk. “Er werden geen toetsen afgenomen en daardoor werd ook minder gebruikgemaakt van studiebegeleiding. Door onjuiste sbi-codes hadden veel studiebegeleidingsbedrijven ook geen recht op steunmaatregelen.”