Drenthe College en het Drents Museum legden vanmiddag officieel vast dat ze voortaan meer met elkaar willen samenwerken. Door het ondertekenen van een zogenaamde intentieverklaring geven de school en het museum aan dat ze kennis willen delen en gebruik gaan maken van elkaars ervaringen, mogelijkheden en deskundigheid. Directeur Harry Tupan van het Drents Museum: ‘Het Drents Museum wil kunst en cultuur dichter bij mbo’ers brengen, door de studenten te laten ervaren dat een museumbezoek niet afstandelijk en elitair is. Maar dat kunst en cultuur iets is waar ze hun eigen ideeën en meningen over kunnen hebben.’
Ondertekening intentieverklaring
In de Statenzaal van het Drents Museum ondertekenden Jenske Lorijn (regiodirecteur Drenthe College, Assen) en Harry Tupan de intentieverklaring voor de samenwerking. Het museum draaide vorig jaar een pilot tijdens de tentoonstelling Viva la Frida. Dat smaakte naar meer. Zo werden de eerste stappen gezet naar een duurzame integratie van cultuuronderwijs in het mbo-curriculum, die aansluit bij de slogan van het Drenthe College: ‘daag jezelf uit’. ‘Door de studenten in contact te brengen met kunst en cultuur raken ze vertrouwd met creatieve denkprocessen en worden ze uitgedaagd om vanuit een ander perspectief naar hun eigen leven en beroepspraktijk te kijken’, aldus Jenske Lorijn van Drenthe College.
Integratie cultuureducatie binnen mbo-curriculum
Het Drents Museum wil een open huis zijn, een plek waar iedereen zich welkom voelt. Zeker ook de mbo-student. Om dat te realiseren is niet alleen een nieuw onderwijsaanbod nodig dat nauwer aansluit bij de beroepspraktijk, maar ook de relatie met mbo-studenten moet versterkt worden.
De samenwerking tussen Drenthe College en het Drents Museum bestaat onder andere uit de gezamenlijke ontwikkeling van meerdelige lesprogramma’s en het wederzijds ter beschikking stellen van faciliteiten en relevante programmering. Hierbij is aandacht voor praktijkgericht leren. Waar mogelijk worden mbo-studenten ingezet ter ondersteuning van de museumpraktijk en is er ruimte voor gezamenlijk onderzoek en innovatie.