Veel Drentse MKB-bedrijven en start-ups in de regio lopen mogelijk subsidies mis, bijvoorbeeld op het gebied van innovatie en vergroening, terwijl ze er wel voor in aanmerking kunnen komen. Ongeveer 95% van het Drentse bedrijfsleven bestaat uit MKB-bedrijven. Ze zijn daarmee de motor en de ruggengraat van de Drentse economie. De Drentse organisaties voor parkmanagement in Meppel, Hoogeveen, Coevorden, Emmen, Assen en Noordenveld gaan ondernemers in het MKB en start-ups de helpende hand bieden om meer gebruik te maken van alle beschikbare regelingen. Ze doen dat in nauw overleg met de RVO, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Hoe? Door te gaan werken met directe contactpersonen bij deze uitvoeringsorganisatie. Mensen van vlees en bloed die rechtstreeks aanspreekbaar zijn en die gaan fungeren als ‘persoonlijke’ gids in het sterk gedigitaliseerde subsidiebos waar heel veel MKB-ers en start-ups ervaren dat ze inmiddels door de bomen niet meer zien staan. En er dus mogelijk aan subsidies voorbij lopen. Of er soms al helemaal niet meer naar op zoek gaan, omdat het wordt ervaren als ‘erg ondoorzichtig, ingewikkeld en tijdrovend’.
MKB blijft ver achter
“Neem als voorbeeld de subsidies voor energie-innovatie. Daar kunnen Drentse MKB-bedrijven echt van profiteren, maar er wordt nog te weinig gebruik van gemaakt door de sector”, zegt Herman Idema namens de Drentse organisaties voor parkmanagement. “Daar waar vrijwel iedere kennisinstelling momenteel van deze subsidie gebruik maakt, is dat slechts ongeveer 1 op de 1270 MKB-bedrijven, zo is uitgezocht door Innovatiespotter (www.innovatiespotter.nl) . Bij de grootbedrijven is dit getal 1 op 6. Dat vrijwel alle subsidies worden ‘opgegeten’ door de grotere bedrijven en de kenniscentra en dat het MKB er bekaaid van af zou komen, is volgens Innovatiespotter overigens niet correct. In tegendeel. “
De kenniscentra krijgen landelijk gezien verreweg de meeste subsidies op het gebied van innovatie, technologie en duurzaamheid. Pakweg 313 miljoen euro. Het grootbedrijf krijgt 111 miljoen en het Nederlandse MKB heeft een pot van 256 miljoen waar het uit kan putten.
Niet bij te houden
Herman Idema, in dit traject de trekker namens de Drentse organisaties voor parkmanagement en zelf directeur-bestuurder van Ondernemend Emmen, constateert dat het niet gek is dat veel bedrijven in het MKB de potjes niet weten te vinden. “Er zij zoveel verschillende regelingen, dat het voor de gemiddelde MKB-er echt niet is bij te houden. Zeker niet voor die MKB-bedrijven en micro-bedrijven die hiervoor geen structurele capaciteit hebben, geen menskracht.”
Idema constateert verder namens de parkmanagement organisaties dat subsidieaanvragen MKB-ers veel tijd en ook geld kosten – bijvoorbeeld omdat de accountant eraan te pas moet komen- . “Plus dat je vaak geen idee hebt hoe kansrijk je bent. En dan is het niet gek dat je het na enkele afwijzingen en na alle kosten die niets hebben opgeleverd, helemaal voor gezien houdt.”
Communicatie anders aanpakken
Daar komt nog eens bij dat MKB-ers hun kansen op de zogenaamde ‘groene subsidies’ vaak (te) laag inschatten. “Omdat ze denken dat je een sterk netwerk binnen de overheid moet hebben om als eerste op de hoogte te zijn en er dus snel bij te zijn. Plus dat dat soort bedrijven weten hoe ze een subsidierapport moeten schrijven dat in het denkraam van de uitvoerende ambtenaren past, “zegt Idema.
De Drentse parkmanagers hebben verder vanuit de aangesloten bedrijven vastgesteld dat de communicatie over de subsidieregelingen ook anders moet en beter kan. “We moeten naar een andere denkwijze toe,” verwoordt Idema. “Nu komt er als voorbeeld een nieuwe regeling en bedrijven, ook die kleine MKB-er of start-up die best kansrijk is met z’n project, moet dat zelf uitzoeken. Ja, er wordt wel over gecommuniceerd, maar iedere regeling, iedere subsidie doet dat weer apart en vaak verschillend. En dan raak je als drukke kleinere ondernemer zonder specialist in huis, of als start-up al snel het overzicht kwijt. Wij willen er naartoe dat de overheid zelf actief richting de bedrijven gaat. En daar willen wij hen, de RVO in dit geval, als parkmanagement in Drenthe bij gaan helpen.”
De nieuwe aanpak
“We zijn heel blij met de positieve opstelling die we vinden bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Ze zien waar onze leden, de Drentse MKB-ers en start-ups, mee worstelen en staan echt open voor onze ideeën, constateert Herman Idema namens de Drentse parkmanagementorganisaties. En dat heeft geleid tot een nieuwe aanpak. Kortere lijnen, een andere communicatie en aanpak.
Samenwerken met RVO
“Net als de parkmanagers constateerden wij bij diverse bedrijfsbezoeken dezelfde signalen en vragen” zegt Bert Stuiver. Stuiver vormt samen met RVO collega Herman Prinsen het accountteam voor de Noord Nederlandse Industrie. Daarbij wordt nauw samengewerkt met Reinder Jacobi van Chemport (samenwerkingsverband Industrie Groningen/Drenthe) . “Maar ook andere collega’s uit de andere disciplines van RVO proberen we hierbij direct te betrekken. Zo is Theo van Bruggen als liaison voor het noorden actief, om nauw samen te werken met gemeentes en provincies. Na de eerste contacten en gesprekken met Herman Idema waren we het al snel eens,” legt Stuiver uit. “Hier ligt een kans om deze signalen om te zetten in kansen voor het noordelijke bedrijfsleven”.
Versnellen Energietransitie en verduurzaming
Doel van deze activiteiten is natuurlijk het versnellen van de energietransitie en het verduurzamen van het bedrijfsleven. “Het liefst zo snel en efficiënt mogelijk. Er gebeurt al heel veel, maar er worden nog een hoop mogelijkheden onbenut gelaten. Te denken valt hierbij aan het versneld afschrijven van conventionele apparatuur en vervangen door nieuwe en energiezuiniger variant.”
Niet alleen fiscale subsidies zoals de MIA/VAMIL en EIA zijn hier van toepassing, maar ook subsidies voor de investeringskosten als er significante aanpassingen in het proces moeten plaatsvinden. De VEKI en de DEI+ zijn hier voorbeelden van. Maar ook bedrijven die innovatieve apparatuur of processen ontwikkelen worden van harte uitgenodigd. “De WBSO is wellicht de meest bekende, maar er zijn ook subsidiemogelijkheden voor studies en onderzoek zoals de MIT en de Topsector Energie.”
Geen intermediair
“Wel moet vermeld worden dat wij geen intermediair zijn en geen aanvragen kunnen schrijven voor de aanvragers. Dat zullen de bedrijven zelf moeten doen”, zegt Stuiver. Vooral voor de generieke en fiscale subsidieregelingen zoals de WBSO, EIA en de MIA/VAMIL is dit uitstekend zelf te doen of zijn er diverse intermediairs actief. “Maar desgewenst kunnen wij ook met diverse collega’s van RVO voorlichting(en) organiseren om de diverse bedrijven voorlichting te geven op bijvoorbeeld bijeenkomsten. Daar hebben wij bij RVO zeer deskundige afdelingen en collega’s ter beschikking.” aldus Stuiver. “Dit geldt ook voor SDE+(+) bij bijvoorbeeld zonneparken en windmolens”.
Complexere projecten of processen
Maar bij complexere processen, samenwerkingsverbanden en ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie en beperken van de CO2 uitstoot, komt meer maatwerk bij kijken. Daarvoor is het goed een projectidee vooraf eens te bespreken of te laten beoordelen. “Een afspraak maken is snel geregeld en wij kunnen de bedrijven van een goed advies voorzien omtrent de mogelijkheden en voorwaarden.”