“De economische structuur van Zuidoost-Drenthe moet vernieuwen. En dat is niet makkelijk. De regio Emmen heeft dringend behoefte aan een brede welvaartsagenda en gerichte investeringen daarin. Persoonlijke ontwikkelingen, baanzekerheid en inkomen zijn daarin de kernelementen.” Dat zegt topeconoom Otto Raspe, hoofd van de afdeling Rabo Regionaal Onderzoek, Innovatie, Duurzaamheid en Ondernemerschap. Samen met Rabo-regiodirecteur Martin Eising en directeur Herman G. Idema van Ondernemend Emmen zette hij een aantal constateringen en een oplossingsrichting voor de ontwikkeling van de regio op papier. Het gezamenlijke stuk is aangeboden aan de gemeente Emmen, als inbreng voor een nieuw economisch beleid waar de gemeente aan werkt.
Vooral de vaardigheden, opleidingen en persoonlijke ontwikkeling van mensen, en de dynamiek van ondernemerschap blijven achter in Zuidoost-Drenthe, zo wordt door het driemanschap geconstateerd. Tegelijkertijd vormen deze zaken wel de belangrijke aanjagers achter zowel de benodigde structuurversterking als het soepeler laten functioneren van de regionale economie. Daar moet dus in geïnvesteerd worden. Uiteindelijk is het doel van alle ingrepen die nodig zijn, om de brede welvaart in de regio te verbeteren; het geheel van dingen die mensen van waarde vinden.
Slechte score, tevreden mensen
Om de regio Emmen economisch te vergelijken met de rest van Nederland en ontwikkelingssuggesties te doen, wordt in het onderzoek gebruikgemaakt van zestien vergelijkingspunten. Op slechts drie daarvan scoort de regio beter dan de rest van ons land:, bereikbaarheid, hoeveelheid fijnstof, criminaliteit. De inwoners zijn over het algemeen overigens tevreden. En toch: de ontwikkeling van de welvaart in de regio bleef de laatste jaren achter bij de rest van het land, zo constateren de drie opstellers van het stuk aan de hand van cijfers en onderzoeken.
Onderwijsniveau moet omhoog
Geadviseerde wordt daarom onder andere om er voor te zorgen dat de regio qua onderwijsniveau van een MBO 1-2 niveau opschaalt naar MBO 3-4, wil men blijven meetellen. Ook het opleiden van zittend personeel moet meer aandacht krijgen, net als een nauwere verwevenheid van onderwijs en bedrijfsleven. Ook moet door het bedrijfsleven meer worden ingezet op exportbevordering naar buurland Duitsland. Ook moet geïnvesteerd worden in de woonomgeving, want verloedering ligt op de loer. En er moet nadrukkelijk aandacht zijn voor een gezondere leefstijl van de inwoners om zo ziektes te voorkomen en terug te dringen.
