De regio Groningen/Noord-Drenthe bundelt de komende jaren de krachten om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan. Dit staat in de Regionale Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie, die alle regiopartners ondertekenden tijdens een bestuurlijke bijeenkomst op 22 september. Hiermee maken zij de afspraak om zich tussen 2023 en 2027 gezamenlijk in te zetten voor een klimaatadaptieve regio. En om concrete maatregelen uit te voeren die hieraan bijdragen.
De samenwerking heeft betrekking op verschillende thema’s. Eén hiervan is de aanleg van waterbuffers en groenstroken in de regio voor de opvang van overtollig regenwater. Ook werken de partners samen aan het vergroten van de bewustwording van klimaatadaptatie bij inwoners en bedrijven. Daarnaast brengen zij de impact van extreme weersomstandigheden op de vitale en kwetsbare functies in de regio in kaart, met maatregelen om de risico’s op uitval te verkleinen. Denk hierbij aan functies als de energievoorzieningen, de hoofdinfrastructuur en ziekenhuizen.
Klimaatbestendige regio in 2050
De Regionale Uitvoeringsagenda is een uitwerking van de Regionale Klimaatadaptatie Strategie, die de werkregio in maart 2022 vaststelde. Met deze strategie willen de partners de risico’s en gevolgen van klimaatverandering gezamenlijk aanpakken.
Kirsten Ipema, vicevoorzitter van de stuurgroep, ziet de uitvoeringsagenda als een belangrijke gezamenlijke stap: “In de uitvoeringsagenda hebben we de strategie vertaald naar concrete gezamenlijke maatregelen. Samenwerken is hard nodig om het doel te kunnen halen: een klimaatbestendig en waterrobuust ingerichte regio in 2050.”
Samenwerking
De werkregio Groningen/Noord-Drenthe bestaat uit 22 samenwerkingspartners: de tien Groningse gemeenten, vier Drentse gemeenten (Tynaarlo, Aa en Hunze, Assen, Noordenveld), de provincies Groningen en Drenthe, de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s, de Veiligheidsregio’s Groningen en Drenthe en de waterbedrijven van beide provincies. De werkregio is opgericht om samen efficiënter te werken aan klimaatadaptatie, te leren van elkaars aanpak en te zorgen voor goede afstemming tussen organisaties die werken aan de kwaliteit van de leefomgeving.