De drie noordelijk gelegen Nederlandse havens, Groningen Seaports, Port of Den Helder en Port of Amsterdam, kunnen zich in de komende decennia ontwikkelen tot een belangrijke energie-hub in Noordwest-Europa. Dit blijkt uit de studie ‘Havenschets’ van de Rijksuniversiteit Groningen, TNO en New Energy Coalition naar de rol van deze havens in de energietransitie. De studie laat zien dat nauwe samenwerking kan leiden tot significante synergievoordelen, met kostenbesparingen oplopend tot zo’n €300 miljoen euro per jaar voor het Nederlandse energiesysteem. Het eindrapport van het 2-jarige TKI-onderzoek werd vandaag aangeboden aan gedeputeerden Nienke Homan van Provincie Groningen en Edward Stigter van Provincie Noord-Holland. De studie is beschikbaar bij de onderzoekspartners.
De behoefte aan groene vormen van gas waaronder waterstof voor met name de industrie- en mobiliteitssector is acuut en enorm (zie ook onderaan). Naast gebruik als grondstof zal in Noordwest Europa ook een deel van de elektriciteit moeten worden omgezet in waterstof al is het maar om congestieproblemen op het elektriciteitsnetwerk te voorkomen.
Waterstof uit offshore wind
De verwachting is dat, naast import, de ‘eigen’ productie van CO2-neutrale waterstof vanwege leveringszekerheid en geopolitieke redenen van groot belang wordt. Vooral de grote toename van elektriciteitsproductie uit wind op de Noordzee biedt kansen om een deel ervan kostentechnisch aantrekkelijk om te zetten in waterstof. Dit vereist dat fors geïnvesteerd wordt in technologieën die de productie, transport, opslag en verwerking van waterstof uit wind op zee mogelijk maken.
De nu gepubliceerde studie laat in verschillende scenario’s o.m. zien dat de gezamenlijke productie van groene waterstof in de noordelijke havengebieden kan groeien tot wel 300 PJ (zo’n 16 GigaWatt): vergelijkbaar met de omvang van de huidige aardgas-inzet in de Nederlandse industrie. Verder kan een combinatie met blauwe waterstof nog eens aanvullen met capaciteit tot zo’n 290 PJ (9 GigaWatt).
Strategische positie noordelijke havens
Productie en transport van waterstof zal typisch geconcentreerd zijn in havengebieden met sterke infrastructuurverbindingen naar de nieuwe windparken en waar (geïmporteerde) waterstof gebunkerd kan worden. Gegeven hun specifieke strategische ligging ten opzichte van de nieuwe offshore windgebieden op het Nederlandse deel van de Noordzee en de aansluiting op bestaande strategische onshore en offshore infrastructuur, ligt het voor de hand dat de noordelijke havenregio’s Amsterdam, Den Helder en Groningen de komende decennia een sleutelpositie zullen innemen als energieknooppunt van het Noordwest Europese energiesysteem.
Eduard de Visser, hoofd Strategie & Innovatie bij Port of Amsterdam: ‘Waterstof gaat een cruciale rol spelen in de verduurzaming van Nederland. Deze energiedrager kent vele toepassingsmogelijkheden voor de haven, de industrie en de regio. Zo kan het worden ingezet als transportbrandstof, voor industrie als industriële grondstof en voor huishoudens. Port of Amsterdam wil de waterstofeconomie in Nederland versnellen en daarom ontwikkelen wij allerlei initiatieven en samenwerkingsverbanden om deze waterstofeconomie vorm te geven en te laten groeien.’
Dit vereist grote investeringen alsmede het besef van de strategische positie van deze havens in de energietransitie. Het is daarom van groot belang dat niet alleen de havens zelf, maar ook het Rijk en de EU de strategische positie van deze noordelijke havens voor de ontwikkeling van een koolstofarme economie erkennen, bijvoorbeeld door ze expliciet te koppelen aan de TEN-E- en TEN-V netwerken[1].
Samenwerking loont
De diversiteit in de drie havenregio’s versterkt het brede scala aan energiediensten die zij samen kunnen verlenen en die de volledige waterstofwaardeketen kunnen bestrijken:
- Groningen Seaports: uitgebreide chemische industrie en nabijheid van grootschalige opslagfaciliteiten geeft een gunstige positie als productie- en transportlocatie voor groene waterstof
- Port of Den Helder: beschikbare offshore gastransportinfrastructuur en nabijheid van offshore windlocaties geeft gunstige positie voor blauwe en groene waterstofactiviteiten
- Port of Amsterdam: de status in de import van natte bulk biedt optimaal profiel voor ontwikkeling tot belangrijke importlocatie van waterstof, alsmede als locatie voor brandstofconversie en als plaats voor grootschalige inzet van waterstof en waterstofproducten in staalindustrie, luchtvaart en bunkering.
‘Den Helder ligt in een uitstekende positie voor de energietransitie’, aldus Kees Turnhout, plaatsvervangend directeur van Port of Den Helder. ‘Met zijn centrale ligging in de Noordzee en aansluiting op de bestaande gasinfrastructuur, kan onze haven een belangrijke rol spelen als waterstof productie- en invoerpunt in de backbone waarop de grote industriegebieden in Nederland en Noordwest Europa zullen worden aangesloten.’
Behoefte aan groene moleculen
Europa heeft als doelstelling om in 2050 (bijna) volledig CO2-neutraal te zijn. Om dit te realiseren moet het hele energiesysteem snel vergroend worden. Dit betekent dat alle stroom wordt opgewekt met behulp van duurzame bronnen (wind, zon, waterkracht, et cetera), maar ook dat alle energiemoleculen (gassen zoals aardgas en waterstof) CO2 neutraal moeten zijn. Wat betreft groene elektriciteit (nu ca. 20% van de finale energievraag) is Europa aardig op weg, maar vergroening van de energiemoleculen (nu ca. 80% van de finale energievraag) verloopt minder voorspoedig: nu is circa 10% van de gasafzet groen, maar naar verwachting zal dit voor 2030 niet sterk gaan stijgen, tenzij snel naar een grootschalige waterstofinzet wordt overgeschakeld. De verwachting is dat richting 2050 weliswaar de rol van elektriciteit in het energieverbruik zal toenemen, maar dat energiemoleculen (zoals waterstof) hoe dan ook een belangrijk onderdeel van de energievoorziening zullen blijven uitmaken vanwege hun hoge energiedichtheid (temperatuur) en relatief lage transport- en opslagkosten.
De rol van de noordelijke havens als energie-hub voor Noordwest Europa vereist een verdere intensivering van de onderlinge samenwerking, waarvoor in 2019 de basis is gelegd met Hydroports. Intensieve samenwerking kan tal van synergievoordelen opleveren. Deze voordelen zijn vooral afhankelijk van de realisatie van een waterstofbackbone die de drie havens met elkaar en met het achterland verbindt. Om het potentieel van de drie Noord-Nederlandse havens als energieknooppunt optimaal te benutten, is een aansluiting op de backbone van alle drie de havens cruciaal. De Havenschets-studie laat zien dat als aan de backbone aansluiting is voldaan, een gecoördineerde samenwerking jaarlijks zo’n €100 – €300 miljoen aan systeembesparingen kan opleveren.
Robert van Tuinen, Manager Strategy en Business bij Groningen Seaports: ‘De gasrotonde – die zijn origine heeft in Groningen – en de behoefte aan grootschalige opslagcapaciteit, in combinatie met de uitrol van wind op zee maakt dat wij als haven een belangrijk knooppunt zijn in het Nederlandse en Europese energiesysteem. Via diverse consortia draagt Groningen Seaports bij aan de ontwikkeling van een waterstofeconomie – niet alleen voor duurzame economische groei in de haven, maar ook voor de werkgelegenheid in de regio.’