“Wanneer je wilt dat de economie groeit, moet je investeren in de grensregio’s en moet je zorgen voor goede verbindingen in eigen land, zeg ik steeds. De Nedersaksenlijn brengt beide samen. Ik ben dan ook groot voorstander van dit project, maar moet eerlijk zeggen dat een besluit over de aanleg aan het volgende kabinet is. Ik adviseer iedereen hier om er bovenop te blijven zitten, jullie bewijzen de regio daarmee een grote dienst.”
Dat zei demissionair staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw Vivianne Heijnen, maandagmiddag tijdens een werkbezoek aan Coevorden tegen een groot aantal bestuurders uit de Nederlands-Duitse NederSaksenLijn Regio. Het bezoek van de staatssecretaris aan Coevorden stond in het teken van de plannen voor de Nedersaksenlijn en de voortgang van de spoorverbinding Coevorden-Bad Bentheim.
De staatssecretaris was in Coevorden op uitnodiging van de Stichting Nedersaksenlijn en de gemeente Coevorden. Tijdens het bezoek was er in het gemeentehuis ook een ontmoeting van de staatssecretaris met een groot aantal Nederlandse en Duitse bestuurders van gemeenten en provincies die samenwerken binnen de NederSaksenLijn Regio, het gebied tussen Enschede, Emmen en Groningen.
De Stichting Nedersaksenlijn had speciaal voor Coevorden gekozen als ontmoetingsplaats, omdat de plannen van Coevorden rond het station, met een nieuwe scholengemeenschap en woningbouw op een te saneren bedrijventerrein dat weerspiegelen waar op tal van plaatsen langs het traject van de Nedersaksenlijnen plannen voor worden ontwikkeld: een gevarieerde, levendige stationsomgeving waar gewoond, gewerkt en geleerd wordt. Precies dat wat de staatssecretaris voor ogen heeft. Een spoorlijn als middel voor verdere ontwikkeling, niet als doel.
Bovendien vormt Coevorden straks een belangrijk knooppunt in de Nedersaksenlijn met de lijn naar Zwolle en de spoorverbinding naar Bad Bentheim, Emmen en straks naar Ter Apel en Groningen.
